Édouard Louis kennen we van zijn scherpe woorden in allerlei interviews, maar ik had nog nooit wat van hem gelezen. Vorig jaar zag ik in de Arnhemse schouwburg ‘Wie heeft mijn vader vermoord?’, een heftige aanklacht die nog nieuwsgieriger maakte naar zijn werk.
Tot nu toe zijn al zijn boeken autobiografisch en hebben als hoofdthema het opgroeien in de lagere klasse in een klein dorp in Noord-Frankrijk. In ‘Changer: méthode’ vertelt de auteur hoe hij zich hieraan heeft ontworsteld, door eerst in de ‘grote’ stad Amiens naar de middelbare school te gaan, vervolgens toegelaten te worden tot de École Normale Supérieure in Parijs en uiteindelijk een gevierd schrijver te worden. Hoe boek beschrijft hoe planmatig en gedreven, geobsedeerd zelfs, hij te werk ging: dit project -van levensbelang- moest slagen. We zien hem voor de spiegel oefenen op een minder volkse lach, als een bezetene zijn leesachterstand inhalen, vriendschappen aangaan met mensen die hem verder kunnen helpen.
Naast een registratie van dit proces is het vooral ook een reflectie, op zichzelf en zijn drijfveren (“heb ik hem gebruikt?”), en op de klassenmaatschappij. Vaak pijnlijk en steeds indrukwekkend. Een voorbeeld:
Het boek is ook een verslag van een ontwikkeling. De hoofdpersoon wil in het begin niets van zijn oude milieu weten en idealiseert de hogere klasse. Langzaamaan komt er meer begrip voor zijn vroegere omgeving en komen er barsten in het ideaalbeeld:
Het is een boeiend boek. Er zit heel veel in. Bij tijd en wijle zou je die jongen – en z’n ouders- in je armen willen nemen. Op andere momenten is het meer een verslag en lees je het met wat afstand.
Tussen de fictie die ik meestal lees was dit boek een vreemde eend. Heel andere stijl. Maar echt de moeite waard.