Om het Spaans een beetje bij te houden helpt het om podcasts te luisteren en boeken te lezen in het Spaans. Dat kost tijd, dus toen ik nog in een leesgroep zat las ik om redenen van efficiëntie de door de groep gekozen boeken in hun Spaanse vertaling. Ook als ze niks met Spanje te maken hadden. Zodoende las ik ‘Klara y el Sol‘ (mooi!) en ‘El efecto del aleteo de una mariposa en Japón‘, waar ik wat minder enthousiast over was en om die reden heb ik er destijds geen blog aan gewijd.
(Toch nog even dan: het verhaal is goed bedacht en ontroerend. Ik ben er ook door geïnteresseerd geraakt in Japan. Maar de schrijfstijl stoorde me, het leek wel een jeugdboek (en niet alleen in de gedeelten waar een pubermeisje aan het woord is). Niets blijft impliciet. Het lezen voelde zoals wanneer iemand de hele tijd een grap gaat lopen uitleggen.)
Ook ge(poogd te)lezen in het Spaans: Fox (Zorro) van Dubravka Ugresic en dat was enorm te hoog gegrepen, afgezien van het derde deel, waarin ze een (prachtig! huilen!) verhaal vertelt. De rest lukte mijn leesgroepgenoten ook in het Engels niet, dat zegt genoeg. Ik ben op de schaarse momenten dat ik wel begreep wat ze schreef wel onder de indruk geraakt van deze enorm scherpe en bij vlagen grappige vrouw.
Inmiddels las ik ook een boek dat oorspronkelijk in het Spaans is geschreven: Intemperie, door Jésus Carrasco. Dat was, ofschoon kort, niet per se het gemakkelijkste om mee te beginnen. Het bevat veel woorden die zelfs Spanjaarden niet kennen, las ik in reviews. Ik heb geen moeite gedaan ze op te zoeken, dat haalt de vaart en de lol uit het lezen. Het verhaal was toch wel te volgen, want Carrasco is nogal van de beschrijvingen en als je daar in een rits bijvoeglijke naamwoorden er een paar niet kent kom je er toch nog wel.
Het woord ‘intemperie’ heb ik wel opgezocht, want ook dat is niet bepaald gangbaar. Het betekent zoiets als ‘open lucht’ en ‘meedogenloos weer’, kortom zoiets als: (overgeleverd aan) ‘de elementen’. En dan vooral die van de hitte en droogte, want het verhaal speelt zich af in een desolaat woestijngebied. Een kind, op de vlucht vanuit zijn dorp, treft een zwijgzame oude geitenhoeder treft en voegt zich bij hem. Meer zal ik over de inhoud niet zeggen, lees het zelf maar, want het boek is zeker de moeite waard. Het is een grimmig, duister verhaal. Vrolijk word je er niet van. Goed is het wel.
Het boek is vooral zo goed omdat het zo geweldig het landschap en de omstandigheden schetst. Je proeft tijdens het lezen het stof in je mond. Als je goed in het verhaal zit, tenminste. Ik lees recensies van mensen die zich hebben gestoord aan zinnen die inhoudelijk niet kloppen en aan het feit dat de karakters niet worden uitgewerkt. Zelf vond ik het in dit verhaal juist wel passend dat we niets over de geitenhoeder te weten komen.
En wat die zinnen betreft: precies hetzelfde had ik laatst bij ‘Oroppa’, waar mensen ook over melden dat het slecht is geredigeerd en taalfouten bevat. Het heeft me ook daar geen moment gestoord. Net als ‘Oroppa’ is ‘Intemperie’ een boek om je aan over te geven. Niet gaan zitten haarkloven, niet bij een zin stilstaan van ‘wat wordt hier nou precies bedoeld?’, maar doorlezen, het verhaal beleven.
‘Intemperie’ is in het Nederlands vertaald onder de titel ‘De vlucht’, en er is inmiddels ook een graphic novel van, genaamd ‘Out in the Open‘. En een film, waarin (jammer maar begrijpelijk) zo te lezen veel dingen worden ingevuld die in het boek vaag blijven (bijvoorbeeld plaats en tijd).