Omgeving Zoutelande en Vrouwenpolder

In april waren we een midweek in Zoutelande, ruim voor de drukte van het hoogseizoen. We liepen daar 11 km naar Westkapelle en terug, en de 6,5 km lange Damhertroute in natuurgebied Oranjezon. Die laatste is gemarkeerd, voor de eerste volgden we deze routebeschrijving, maar dan andersom, om op de terugweg te kunnen aanleggen bij een strandtent.

Zoutelande – Westkapelle – Zoutelande

De routebeschrijving andersom volgen bleek voor ons te hoog gegrepen: meteen aan het begin zijn we verkeerd gelopen en kwamen terecht op vrij saaie asfaltwegen. Gelukkig konden we vanaf Boudewijnskerke de route weer oppakken en daar werd het ook meteen mooi. De Westkapelsche Kreek is mooi en heerlijk rustig:

Daarna ben je al gauw in Westkapelle en kan de terugtocht over het strand beginnen. Dat is natuurlijk wat eentoniger, dus ik begrijp waarom de route eigenlijk andersom gaat. Maar voor ons was het prima zo, we wonen ver van de zee en die enkele keer dat we er zijn raken we er niet gauw op uitgekeken.

Damhertroute Oranjezon, bij Vrouwenpolder

Oranjezon is een toeristische trekpleister. Je betaalt een klein bedrag (ik geloof dat het 1 euro was) om het gebied in te gaan en ook het parkeren is er betaald. Ik kan me zomaar voorstellen dat je er ’s zomers op tijd bij moet zijn om er te kunnen parkeren.

In het gebied zijn meerdere gemarkeerde wandelroutes, wij volgden die met het hert:

De route voert eerst langs water, waar je schildpadjes kunt spotten.

Daarna ga je een weids gebied in waar op dat moment ook echt helemaal geen andere wandelaars waren. Wellicht is het daaraan te danken dat we ook daadwerkelijk herten hebben gespot.

Het deed voor mij wat vreemd aan dat je echt door een ingang gaat voor dit gebied, alsof je een attractiepark in gaat. Misschien is dit type landschap hier schaars en is het daarom tot attractie gebombardeerd. In elk geval zeker de moeite waard om er even rond te struinen.

 

Verscholen Dorp-route bij Nunspeet

(Door een al te drieste opruimactie heb ik helaas maar drie foto’s van deze route beschikbaar.)

Vanaf Bezoekerscentrum Nunspeet starten meerdere bewegwijzerde wandelroutes, de Verscholen Dorp-route is de langste (22 km). U ziet hierboven mijn Strava-registratie: daar linksboven ging het bij mij meteen al verkeerd, na 1 km kruisen de heen- en de terugweg elkaar en ben ik de verkeerde kant op gegaan, waardoor ik binnen 2 km alweer op het startpunt stond. Even opletten daar dus, als u deze route gaat lopen. Dat eerste stuk is overigens wel erg de moeite waard, dus geen straf om het dubbel te doen. Het is afwisselend met smalle paadjes, heuveltjes en bochtjes. Je bent er dicht bij een woonwijk, dus komt veel wandelaars en fietsers tegen. Verderop op de route wordt het een stuk stiller.

Na het oversteken van het viaduct over de A28 loop je eerst door een stuk bos, en gaat vervolgens lang rechtdoor over de weg naar Vierhouten. Dat stuk vond ik maar zo-zo, ik loop graag over smalle kronkelpaadjes. Er is wel best wat te zien op dat stuk, je passeert een camping en wat villa’s met mooie landgoederen. Bij binnenkomst in Vierhouten, een toeristisch dorp met veel horeca, zie je de zwijnen die je natuurlijk ook in levenden lijve onderweg hoopt te zien (wat mij niet is gelukt). Let op: je komt uit op een T-splitsing waar geen bordje staat. Dankzij een reactie op de website van Staatsbosbeheer, waar meerdere mensen aangaven op dit punt het spoor bijster te zijn geraakt, wist ik dat je hier naar links moet.

Na Vierhouten ga je de Boswachterij Nunspeet in en dat vond ik me toch een saai stuk route! Als je er bekend bent, kun je er ongetwijfeld prachtige tochten maken, maar ik hield me maar braaf aan de bewegwijzering en die gaat rechttoe-rechtaan over brede zandpaden. Echt geen lol aan. Ik heb mijn tempo daar maar flink opgevoerd om het snel achter de rug te hebben. Het zal anders zijn als je in gezelschap loopt te keuvelen, maar ben je alleen, dan wil je wat variatie en die zal er heus wel te vinden zijn als je de zijpaadjes induikt.

Halverwege passeer je dan de bezienswaardigheid Verscholen Dorp (volg de pijl naar rechts). Dit was in de Tweede Wereldoorlog een onderduikerskamp, waar zo’n 80 mensen zich verborgen hebben gehouden in hutten half onder de grond. Enkele hutten zijn herbouwd. Bij gebrek aan foto’s op mijn blog klik vooral even bovenstaande link aan om een indruk te krijgen.

Vervolgens gaat het weer over die lange brede paden en loop je terug richting Nunspeet. En daar vond ik de route weer erg de moeite waard. Je ziet op het Strava-kaartje dat er daar weer wat meer bochtenwerk in komt. Het lijkt wel of het saaie middenstuk puur is uitgezet met als enige doel het Verscholen Dorp, terwijl er bij de andere gedeelten moeite is gedaan een boeiende route te maken.

In de laatste kilometers passeer je een heideveld, en vanaf dit moment kom je ook weer meer wandelaars tegen (voor mijn doordeweekse tocht gold: kom je überhaupt weer wandelaars tegen). Dit laatste stuk van de route is echt erg mooi en mijn afdronk is dus: kies voor één van de kortere routes, bijvoorbeeld de Zandenbosroute (12 km), en bezoek het Verscholen Dorp een andere keer per auto of per fiets. Heb je wel zin om het te voet te doen, wijk dan op het middenstuk van de bewegwijzering af en zoek zelf een leuke route naar en van het Verscholen Dorp.

 

 

 

Bos- en heideroute St Anthonis

Ongeveer een jaar geleden zou ik voor het eerst deelnemen aan de Halve van Sint Anthonis (‘Sint Tunnis’), maar daar kwam een pandemie tussendoor. Ook dit jaar kan de loop niet plaatsvinden. Ik heb in plaats daarvan de omgeving verkend door de Bos- en Heideroute van Staatsbosbeheer te lopen.

De route is zo’n 14 km lang en start bij de (grote) parkeerplaats van Natuurpoort de Heksenboom. Hier is ook restaurant de Heksenboom, dat in coronatijd een take-away heeft. Deze was vanochtend gesloten, ’s weekends is hij bij droog weer geopend vanaf 11:00.

Bij de Natuurpoort starten meerdere wandelroutes, allemaal gemarkeerd met gekleurde paaltjes.

Voor de Bos- en Heideroute volg je de groene paaltjes. Omdat de route deels samenvalt met andere routes zijn het in de praktijk geel-groene en rood-groene paaltjes.

De markering is overigens superdeluxe, ik ben nergens verdwaald. Weliswaar staan de paaltjes soms rechts, soms links van het pad, maar dat was hier niet verwarrend.

De eerste kilometers loop je in het bos over lekker afwisselende paden: smal en kronkelend.

Daarna gaat het over bredere, rechte paden, wat ik zelf altijd wat minder boeiend vind, maar er was genoeg te zien.

Heel af en toe gaat het zelfs eventjes over asfalt, maar dat is nooit langer dan een paar honderd meter. Je kunt onderweg Hooglanders tegenkomen:

Op den duur begon ik mezelf vragen te stellen over de naam van de route: Bos- en Heidepad. Ik had al sinds de start alleen maar bos gezien en dacht dat de heide misschien een klein veldje was geweest dat ik niet had opgemerkt. Maar op kilometer 8:

En vanaf dat moment gaat het een paar kilometer lang eerst rondom de heide, en daarna er overheen.

Dit vond ik veruit het mooiste deel van de route. Je komt ook langs de schaapskooi, altijd leuk.

Tot slot gaat het dan weer het bos in en kronkel je nog een paar kilometer tussen de bomen, om uiteindelijk weer uit te komen op het beginpunt.

Afstand: 14 km (volgens het bord, mijn Strava zegt 15,3).

Trailschoenen? Beter van niet, omdat je af en toe even over asfalt gaat. De onverharde stukken zijn ook niet dusdanig dat trailschoenen nodig zijn.

Horeca: de Heksenboom (nu alleen afhaal bij droog weer op zaterdag en zondag vanaf 11:00)

Locatie: parkeerplaats Natuurpoort de Heksenboom. Er is erg veel ruimte en je parkeert er gratis. Ik vermoed dat het niet zo denderend bereikbaar is met het OV. Wellicht kun je een OV-fiets huren op station Boxmeer, vanaf daar is het zo’n 7 km fietsen. Er gaan ongetwijfeld ook bussen naar het centrum van St Anthonis en dan zou je van daaraf lopend naar het startpunt kunnen, dat zal ongeveer 1 à 2 kilometer zijn.

 

Bergherbos (Montferland)

Het Montferland is de moeite waard, wist ik al dankzij de Montferlandrun, die jaarlijks begin december wordt georganiseerd en vanwege z’n timing de perfecte revanchekans is voor degenen bij wie de Zevenheuvelenloop tegenviel (beide races zijn 15 km lang). Het is een mooie, relatief kleinschalige loop met veel sfeer: hij komt langs vier dorpen (’s Heerenberg, Stokkum, Beek, Zeddam) met veel publiek, en onderweg staan midwinterhoornblazers. Erg bijzonder.

Ook loopt het Pieterpad door deze omgeving: de etappe van Braamt naar Millingen is schitterend: eerst door het Bergherbos, vervolgens door Elten (pannenkoeken eten!), dan via het waterrijke Tolkamer de Waal over naar Millingen.

Vandaag wandelden we de 7 km lange ‘rode route‘ door het Bergherbos. We parkeerden bij ’t Peeske in Beek, waar een gigantische parkeerplaats is die voor driekwart vol stond: dit gebied is populair bij mountainbikers, hardlopers en wandelaars. Ook gezinnen met kinderen kunnen er goed terecht: er is een grote natuurspeelplaats van Oerrr.

Er is bovendien een Huttenbos waar hout klaar ligt om eens lekker te gaan bouwen.

Wij waren er zonder kinderen en op zoek naar rust, dus we liepen dit vertier voorbij om aan onze wandeling te beginnen. Er vertrekken meerdere gemarkeerde routes bij ’t Peeske.

Het Montferland is glooiend en dat maakt je wandeling per definitie afwisselend. De rode route gaat voornamelijk door bos en soms langs de bosrand. Hij valt gedeeltelijk samen met de kortere lichtblauwe route. Op die gedeeltes was het wat drukker.

Ook de uitkijktoren is een tamelijk druk punt. Er passeren daar veel routes, o.a. het Pieterpad.

Gelukkig waren er ook veel stukken echt lekker rustig. Ik betwijfel of dat op zondagen ook zo is, maar op deze zaterdag had je regelmatig niemand in zicht.

Teruggekomen bij het startpunt was het weer een drukte van jewelste. Restaurant ’t Peeske heeft op vrijdag, zaterdag en zondag een fantastische afhaalbar met zeer ruim assortiment: gluhwein, warme chocomel, koffie, thee, fris, tosti’s, erwtensoep, loempia’s, broodje kroket, friet. Ook kun je er voor 50 cent van het toilet gebruik maken.

Kortom: een erg mooi glooiend gebied dat dankzij alle faciliteiten (afhaalbar, speelmogelijkheden voor kinderen, ruime parkeerplaats) wel wat druk is in het weekend. Je kunt dan waarschijnlijk het beste van de gemarkeerde routes afwijken en de smalle zijpaadjes in slaan. Doordeweeks is het Bergherbos vermoedelijk een geweldig hardloop- en mountainbikeparadijs.

Doddendaelpad, min of meer

Het Doddendaelpad loopt in de omgeving van Weurt, Beuningen en Ewijk, aan de zuidoever van de Waal. Net zoals de overige Klompenpaden is het uitstekend gemarkeerd in twee richtingen. Het is 15 km lang, met mogelijkheden om in te korten tot zo’n 12 km. Inkorten tot 10 km kan ook, zo hebben wij vanochtend proefondervindelijk vastgesteld.

Het officiële startpunt is in het centrum van Beuningen, maar wij zijn begonnen bij Weurt om twee redenen: 1. we waren van plan alleen het gedeelte door de uiterwaarden te lopen en 2. we kwamen op de fiets vanuit Nijmegen en dan is Weurt het dichtstbijzijnde punt. Op de dijk tussen Weurt en Ewijk zie je op meerdere plekken de routebordjes en je kunt dus instappen waar je maar wilt.

Na storm Bella van gisteren hadden we vandaag mazzel met een prachtig zonnige, windstille ochtend.

Net als bij het Ambts- en Rijkspad bij Winssen, even verderop, loopt de route deels door de uiterwaarden van de Waal en deels meer landinwaarts. De uiterwaarden deel je met Konikpaarden en Rode Geuzen (runderen). Bij hoog water kun je niet door de uiterwaarden en moet je in plaats daarvan over de dijk lopen. Wij hadden tamelijk hoog water en dat vormde geen probleem, al liep het pad soms als volgt:

…maar een paar meter verderop kon je er dan gewoon door. Het zal niet verbazen dat het er wel extreem modderig was. Laarzen kunnen handig zijn, en zolen met veel grip komen ook goed van pas. (Ik was op oude hardloopschoenen en dat wilde ook wel. Kies in elk geval schoeisel uit dat vies mag worden.)

Onderweg passeer je het ‘Weurtsche Straatje‘, een dijkje uit de 11e eeuw. Hier vlakbij is ook een uitkijktoren, met uitzicht over dit dijkje en over de uiterwaarden.

Aan het eind van het gedeelte door de uiterwaarden, nabij Ewijk, buigt het pad af naar het zuiden en voert dan terug naar Weurt. Wij hebben dit gedeelte niet gelopen, maar zijn via de dijk teruggegaan. Doe je zoals wij, dan kom je uit op een kleine 10 km. Ongetwijfeld is de officiële route ook de moeite waard, we komen daarvoor nog weleens terug, wordt vervolgd.

NB: wie zin heeft in een lange dagwandeling kan deze route combineren met het bovengenoemde Ambts- en Rijkspad. Ze lopen bijna in elkaar over.

Kom je met het OV, dan kun je het beste met een OV-fiets vanaf station Nijmegen naar de dijk bij Weurt fietsen, dat is maar een paar kilometer. Kom je met de auto, dan kun je waarschijnlijk het beste parkeren bij het officiële startpunt in Beuningen.

Dorenweertsepad

Het Dorenweerdsepad (13 km) start en eindigt bij kasteel Doorwerth. Het is één van vele Klompenpaden (gemarkeerde wandelroutes in de provincies Utrecht en Gelderland). Naast dit Klompenpad lopen er nog meer wandelroutes, ook wat kortere voor wie 13 km in heuvelachtig terrein wat veel van het goede vindt.

Praktische info: bij kasteel Doorwerth is veel (gratis) parkeerruimte. Deels is die gereserveerd voor bezoekers van het kasteel, maar er is ook een groot veld voor andere parkeerders. Bij de ingang is een lunchroom met een toilet, dat tegen een kleine bijdrage ook voor derden toegankelijk is.

Nog meer praktische info: het lijkt me een geschikte plek voor kinderen. Je kunt er met ze wandelen in de bossen en bij het kasteel is vermaak  met water en zand (altijd leuk) en een speurtocht:

Maar nu over het pad zelf. De omgeving van Doorwerth is prachtig, mede dankzij de stuwwal. Een groot deel van de route gaat door heuvelachtige bossen. Houd rekening met pittige stukjes klimmen! Dankzij die hoogteverschillen heb je regelmatig een mooi uitzicht, bijvoorbeeld op de Hunneschans, waar je uitkijkt over de Rijn.

Ik was hier hardlopend op een regenachtige dag. Trailschoenen komen hier prima van pas, al gaat de route verderop (in Heveadorp) wel even over verhard terrein. Hier door de bossen loopt ook de Italiaanse weg, die zo heet vanwege de gelijkenis met de weggetjes vol haarspeldbochten in Italië. Het is een bij wielrenners populaire klim, ook omdat de weg autovrij is.

Na de bossen kom je bij landgoed Duno met de beroemde azalealaan. Door het grijze weer is bovenstaande foto niet heel duidelijk, maar al dat groen aan weerszijden van het pad schijnt in het voorjaar in bloei te staan. Je kunt dit ook gaan bekijken zonder helemaal het Dorenweertsepad te lopen, want er is ook een aparte parkeerplaats voor landgoed Duno.

Vervolgens gaat het weer de bossen in en hier heb ik wat lopen dwalen, na wat bordjes gemist te hebben. Ook bij Heveadorp heb ik volgens mij niet alles helemaal goed gedaan. Hoe dan ook, uiteindelijk was ik weer op de route en ging het richting Rijn.

Omdat ik toen al zo’n anderhalf uur in de regen aan het hardlopen was, heb ik weinig foto’s van het laatste stuk. In de uiterwaarden waaide het flink, ik kreeg het koud en wilde naar m’n auto. Gelukkig bleek het nog maar een kort stukje te zijn tot aan het kasteel.

Ik vond dit een spectaculaire route! Hij is erg afwisselend (heuvelachtig bos, Heveadorp, landgoed, uiterwaarden) en ongekend mooi. Een aanrader om meerdere keren te doen, in verschillende seizoenen.

Planken Wambuis

De wandelroute Planken Wambuis is zo’n 8 km lang en gemarkeerd met een gele stip:

Het officiële startpunt is Parkeerplaats Oud Reemst. Toen wij half november deze route liepen op een zondagochtend was deze parkeerplaats al tjokvol, en zijn we uitgeweken naar de parkeerplaats van Restaurant Planken Wambuis. Tot onze vreugde stond daar een kraam met koffie, thee, muffins, warme chocomel en koude dranken.

Het gebied is onderdeel van de Veluwe. De route voert vooral over heidevelden en ofschoon je op zo’n zondag veel wandelaars tegenkomt, doet het dankzij die weidsheid toch niet druk aan.

Wel zorgt het verre uitzicht ervoor dat je voortdurend ziet waar het pad naartoe loopt. Daardoor is het geen erg avontuurlijke wandeling. Het voelt meer als een ommetje. Wel een erg mooi ommetje.

Als je bij Planken Wambuis start, loop je eerst door bos. Daarna doorkruis je de heide, tot je weer bij bomen uitkomt. Hier loop je door een prachtige beukenlaan, geplant door de familie Van Pallandt. In de stammen zijn teksten gekerfd, sommige erg oud.

Vervolgens voert de route weer terug naar het weidse.

Wij liepen hier op een droge en windstille dag. Bij regen en/of wind zul je er erg blootgesteld zijn aan de elementen. Gelukkig wacht dan aan het eind weer de warme chocomel van Restaurant Planken Wambuis.

Al met al een erg mooie route. Ik zou wel adviseren hem doordeweeks te lopen, als het rustiger is. Dan zie je misschien een ree, in plaats van al die exemplaren van homo sapiens.

Boswachterspad Ooijpolder

Op een mistige novemberochtend liep ik het Boswachterspad bij Nijmegen. Dit is een bewegwijzerde route van 12 km door de Ooijpolder. Het startpunt is bij museum de Bastei vlakbij de Waalkade, ik begon iets verderop bij het bruggetje de Ooijpoort.

De Waalbrug was maar ternauwernood zichtbaar:

Op dit eerste deel van de route, in de Stadswaard, kwam ik meerdere wandelaars tegen. Verderop werd het stiller. Ik liep op een doordeweekse ochtend vanaf negen uur.

De route is gemarkeerd met bruine bordjes (bovenste bordje op het paaltje hieronder) en valt deels samen met de Walk of Wisdom (onderste bordje).

Na de Stadswaard loop je langs Groenlanden, waar een uitkijktoren staat. Hier was mijn eerste twijfelmoment over de route: een bordje gaf aan dat de Walk of Wisdom naar rechts afboog, maar ik zag geen bordje van het Boswachterspad. Verderop bleek dat je ook voor die route naar rechts moest.

Uitzicht vanaf de uitkijktoren:

De eerste helft van de route is grotendeels onverhard, en bij Groenlanden en de Bisonbaai flink modderig. In de Ooijpolder kom je regelmatig Gallowayrunderen tegen en die zijn goed gewend aan mensen, je kunt er zonder problemen voorbij wandelen. Op een bepaald punt echter trof ik een moeder met kalf: (moeder rechts in beeld, kalfje verderop langs het pad).

Daar vroeg ik me wel even af of ik zomaar moeder kon passeren en het kalf naderen. Ik was hardlopend en ben hier maar even gaan wandelen. Moeder bleek relaxed en graasde onverstoorbaar verder. Ik mocht het kalfje ook gewoon op de foto zetten: Hier ergens moet ik een bordje hebben gemist, want ik ben de Bisonbaai tegen de klok in gaan lopen en blijkbaar gaat de officiële route andersom. Eigenlijk kwam het wel goed uit, want in mijn variant kun je langer van de baai genieten:

Je loopt ‘m dan bijna helemaal rond, in tegenstelling tot bij de ‘echte’ route, waar je bovenlangs gaat en dan aan de oostkant afbuigt naar beneden, richting Ooij. Hieronder nog twee keer de Bisonbaai in de mist:

De Ooijpolder is ook: veel weilanden, veel water, en heel veel vogels. Vooral ganzen.

Omdat ik inmiddels al geruime tijd geen bordjes meer had gezien en een poging om door de natuur te lopen was gestrand op een doodlopend punt, besloot ik maar gewoon de mij bekende dijk te volgen. Hardlopen doe ik liever niet op asfalt, maar alla. Later zag ik dat ook de echte route over asfalt lijkt te gaan. Die loopt over de Hezelstraat en komt dan uit op ‘mijn’ dijk.

Tenslotte zie je dan de Waalbrug weer opdoemen:

Afdronk: een hartstikke mooi pad. Omdat bijna de helft verhard is, kun je beter gewone hardloopschoenen aantrekken dan trailschoenen. Wandelen gaat er ook uitstekend.  Je komt diverse horecagelegenheden tegen, bij één zag ik dat ze nu in coronatijd afhaalkoffie en -gebak hebben, bij de rest heb ik niet opgelet. De route lijkt me een aanrader om meerdere keren te lopen, in verschillende seizoenen.